10 augustus 2022

Handhavingsverzoek

-  blog  -

Handhavingsverzoek indienen bij uw gemeente. Hoe gaat dat in zijn werk en wat kunt u verwachten?
 
Wanneer u van mening bent dat in uw directe omgeving sprake is van een overtreding van een bestuursrechtelijk voorschrift (bijvoorbeeld een illegaal gebouwd bouwwerk of een activiteit zonder vergunning), dan kunt u een zogenaamd handhavingsverzoek indienen bij uw gemeente. 
 
Een handhavingsverzoek is een aanvraag. Dat wil zeggen een verzoek van een belanghebbende, een besluit te nemen (art. 1:3, derde lid, Awb). U kunt dus pas een handhavingsverzoek indienen bij uw gemeente indien u een belanghebbende bent. Wanneer u een buur bent of in de directe omgeving van het gebied woont waar uw handhavingsverzoek betrekking op heeft, dan zal u in principe als belanghebbende worden gezien. De gemeente moet dan een besluit nemen op uw verzoek. Hieronder leg ik uit hoe zo’n traject eruit ziet. 
 
Stap 1
Als de gemeente uw verzoek heeft ontvangen en vastgesteld heeft dat uw belang rechtstreeks bij het te nemen besluit is betrokken, dan zal de eerste stap zijn het uitvoeren van een controle ter plaatse. Dit om vast te kunnen stellen of daadwerkelijk sprake is van een overtreding (art. 3:2 Awb). Een dergelijke controle wordt in de meeste gevallen uitgevoerd door een toezichthouder van de gemeente. De toezichthouder legt zijn bevindingen vast in een controlerapport.  
 
Stap 2
De tweede stap is het toetsen van de gedraging die de toezichthouder heeft geconstateerd tijdens zijn controle, aan de geldende wettelijke voorschriften. Denk hierbij aan het bestemmingsplan, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), het Bouwbesluit en de Algemene plaatselijke verordening (APV). Dit gebeurt in de meeste gevallen door een handhavingsjurist. Wanneer blijkt dat de geconstateerde gedraging geen strijd oplevert met enig wettelijk voorschrift, dan is geen sprake van een overtreding. De gemeente is dan dus ook niet bevoegd om handhavend op te treden. Bijgevolg: uw handhavingsverzoek zal worden afgewezen. Deze afwijzing is een besluit in de zin van de Awb. U kunt hiertegen dus in bezwaar en vervolgens in beroep bij de rechtbank. 
 
Stap 3
Indien wordt vastgesteld dat de geconstateerde gedraging wél een strijdigheid oplevert, dan is de gemeente in beginsel verplicht om hiertegen handhavend op te treden. Dit wordt ook wel de ‘beginselplicht tot handhaving’ genoemd. In het kader van een zorgvuldige voorbereiding van het besluit zal de gemeente een gedegen belangenafweging moeten maken. Daarvoor is het noodzakelijk om de overtreder te ‘horen’, oftewel diens zienswijze te krijgen (art. 4:8 Awb). In de meeste gevallen zal de gemeente aan de overtreder dan een voornemen kenbaar maken om handhavend op te treden. De overtreder krijgt vervolgens een termijn (meestal 2 weken) om aan te geven waarom hij het niet eens is met dit voornemen. 
 
Stap 4
Gedurende dit traject zal ook de gemeente moeten bezien of zij de geconstateerde overtreding niet kan en/of wil legaliseren. Bijvoorbeeld door middel van het verlenen van een vergunning, waardoor de aanvankelijk illegale situatie weer legaal wordt, en er dus geen sprake meer is van een overtreding. Dit wordt ook wel het (verplichte) legalisatieonderzoek genoemd. 
 
Stap 5
Indien de ingekomen zienswijze van de overtreder niet bijzonder genoeg is en ook geen concreet zicht op legalisatie bestaat, dan zal in de regel worden overgegaan tot handhavend optreden. Dit om ervoor te zorgen dat de rechtsorde, waarop inbreuk is gemaakt door de overtreding, weer wordt hersteld. De bestuurlijke sanctie die in de meeste gevallen volgt is dan ook een herstelsanctie (art. 5:2 Awb), gericht op herstel en niet op bestraffen (zoals bijvoorbeeld de bestuurlijke boete). De veelvoorkomende herstelsancties zijn de last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom. Wat deze sancties precies inhouden, kunt u lezen in mijn blogs ‘Bestuursdwang’ en ‘Dwangsom’. 
 
Stap 6
Als de gemeente besluit om handhavend op te treden, zal een positief besluit volgen op uw verzoek. De gemeente legt de overtreder dan een last op om de overtreding op te heffen. Zowel u alsook de overtreder kunnen tegen deze beslissing in bezwaar en vervolgens in beroep gaan. U kunt dit doen, omdat u van mening bent dat door de last niet alle overtredingen worden opgeheven of omdat u de dwangsom te laag vindt. De overtreder kan het met veel dingen niet eens zijn, zoals de overtreding, de last, de herstelmaatregel, de dwangsom en de bijzondere omstandigheden die volgens hem wél moeten leiden tot het afzien van handhaving. Deze punten zullen uiteindelijk door de rechter beoordeeld moeten worden. Voor het voeren van dit soort procedures is het niet verplicht om u te laten bijstaan door een advocaat.